Satergetater

Details van dit toneelstuk

De auteur wil in dit stuk vooral op een eenvoudige en speelse manier de zeven hoofdzonden voorstellen met anekdotes uit het alledaagse leven, maar met een duivels knipoogje. Ijdelheid komt aan bod in een doodgewone kapperszaak; Gramschap beleef je bij de buren; Luiheid speelt zich af in een alledaags gezin; Gulzigheid komt aan bod op een verjaardagsfeestje met heel veel pannenkoeken; Afgunst wanneer twee meisjes naar dezelfde jongen dingen; Gierigheid sluimert in de frituur waar men stiekem frietjes steelt en tenslotte onkuisheid in een baancafe waar Loes met de doorkijkbloes de plak zwaait... Iedereen heeft wel eens met een van deze zonden te maken. Als ze gebeuren, hoop je op vergeving want nadien komt de spijt en berouw. Dan komt de pastoor en zegent je met een kwispel vol wijwater, maar... in ons stuk is er geen pastoor, alleen giftige duivelinnetjes en natuurlijk de verduivelde Satan...