Jozef in Egypte

Details van dit toneelstuk

Vader Jakob heeft 12 zonen, ze weiden het vee en leven te samen met vrouwen en bijvrouwen. De broers kunnen onderling wel kibbelen. Ze vinden dat de twee jongsten erg worden voorgetrokken. De reden is zegt vader Jakob: Die twee, Jozef en Benjamin zijn van zijn echte vrouw Rachel. Zij is in het kraambed overleden maar zij was de favoriet van Jakob. De andere zonen zijn van bijvrouwen en dus minder belangrijk. Vader Jakob schenkt Jozef een prachtige gekleurde mantel wat de broers weer heel jaloers maakt. Op een dag gaan de broers het vee weiden in Dotan. Jozef gaat niet mee omdat hij nog te jong is. Zij vertrekken mopperend in die richting. Na een poos stuurt vader Jakob, Jozef achter hen aan omdat hij het niet vertrouwt. Als Jozef bij de broers aankomt smeden zij een plan om hem te vermoorden, de oudste broer vindt dat te erg en ze besluiten hem in een put te gooien en achter te laten. Juist op dat moment komen er een paar kooplui aan op hun kamelen. Ze hebben een paar jonge meisjes mee die ze willen gaan verkopen als slavin bij de farao. Ze willen Jozef ook wel meenemen en kopen hem tenslotte en gaan op weg naar de Farao. De broers verzinnen een smoes en zeggen tegen vader Jakob dat Jozef is verscheurd door een wild dier. Ze slachten en bokje en smeren de mantel in met bloed en brengen die naar hun vader als bewijs. Ondertussen komen de kooplui aan bij de Farao en verkopen de meisjes en Jozef. Jozef gedraagt zich keurig aan het hof en al spoedig wordt hij aangesteld als eerste bediende, later mag hij zelfs koningin Nefertari bedienen. De koningin is zeer gecharmeerd van deze prachtige jonge man. De Farao heeft weinig tijd voor haar en aandacht van zo’n jonge bediende is haar zeer welkom. Zij probeert Jozef te verleiden, Jozef gaat daar niet op in. Hij is bang zwaar te worden gestraft als hij hieraan toegeeft. De koningin is hierom erg boos en bezweert de Farao dat hij haar wilde verleiden. Jozef wordt in het gevang gezet, daar slijt hij zijn dagen. Later krijgt de Farao heel bijzondere dromen. Hij hoort dat Jozef heel goed is in het verklaren van dromen en laat hem uit de gevangenis halen. De uitleg van Jozef heeft grote gevolgen voor Egypte, een hongersnood wordt voorkomen en het land baadt in een grote weelde terwijl anderen honger lijden door een enorme droogte. De Farao is zo blij met Jozef, hij benoemt hem tot onderkoning. Intussen lijden vader Jakob en zijn gezin ook honger door de droogte. Zij hebben gehoord dat er voedsel te koop is in Egypte en Jakob stuurt zijn jongens daar heen om graan te kopen. Zij komen aan bij de Farao en ontmoeten hun broer, maar herkennen hem niet. Jozef weigert hen graan mee te geven en laat ze terug gaan om hun jongste broer Benjamin te halen, dan pas kunnen zij graan kopen. Jakob echter wil hier niets van horen, hij is al een lievelingszoon kwijt en wil gaan afstand doen van zijn jongste oogappel. De droogte houdt aan en tenslotte stemt Jakob toch toe zijn Benjamin mee te geven. Terug bij de Farao maakt Jozef zich bekend, zij krijgen volop voedsel mee en geschenken naar huis. Zij keren later met de hele familie terug naar Egypte om zich daar te vestigen in Gosen.