Alle hens aan dekmantel BE
Details van dit toneelstuk
Doelpubliek
Stad / Volwassenen
Uitvoerder
Amateurtheater
Het dek van een klein cruiseschip. Het personeel bestaat uit de Kapitein, Eddie Wolkenveld en zijn personeel Sipke (met papegaai “Meneer Rico” op vorige reis aangevlogen aan boord in buurt van Puerto Rico), Femke en de nieuweling Josje. Zij verzorgen de gasten en zorgen dat alles goed verloopt. De cruisemanager is niet zichtbaar (maar wel hoorbaar via de speaker), maar bevindt zich tijdens de reis in haar kantoor aan boord en geeft daaruit orders aan haar personeel. Bij het inschepen wacht de kapitein vergeefs op de scheepsarts. Het blijkt dat de arts via een brief te kennen heeft gegeven dat hij per direct ontslag neemt en dus niet mee zal gaan op deze reis. Deze brief is echter bij de scheepsjongen Sipke blijven liggen. De kapitein staat nu voor een groot probleem, want zonder arts mag er niet worden gevaren en als er niet gevaren wordt, wordt er geen loon uitbetaald. En geld heeft de kapitein dringend nodig. Uit nood bedenkt hij een fictieve scheepsarts (dokter Simon); zijn zogenaamde tweelingbroer uit Australië met snor. Dokter Simon krijgt een relatie met de bloedmooie, maar naïeve Josje. De kapitein heeft zelf net een relatie met Femke, een meisje dat moeilijke woorden en rijmpjes verzint om op te vallen bij de kapitein. Met de dubbelrol kan de kapitein ongestoord vreemd gaan (denkt hij). Er komen vreemde gasten aan boord. Zo is er Joep van Trillingen met zijn persoonlijke verpleegster uit het Oostblok: zuster Olga. Joep is arts in ruste, zeer vergeetachtig, loopt met stok en heeft de laatste tijd last van waanbeelden. Hij verkleedt zich dan als een ander personage en is er vol van overtuigd dat hij die persoon is. Tijdens deze reis zal hij zich o.a. voordoen als Prins Bernhard en Napoleon. Zuster Olga is een verpleegster met harde hand en grote spuit. Toch speelt ze mee met de rollen van Joep, om hem niet in de war te brengen. Tante Wonnie Anjoemara is een gezellige Surinaamse, die via deze cruise teruggaat naar Suriname om daar te bevallen van haar eerste kind. Ze zorgt voor veel gezelligheid en ontspanning aan boord en probeert met haar Surinaamse uitspraken en wijsheden iedereen van goed advies te voorzien. Tijdens de reis krijgt ze te vroeg last van weeën en de bevalling dient zich aan. Hoe loopt dat af? Ook wordt tante Wonnie bestolen. Freule Rosalinde van Lichtenvoorde tot Nachtenzande is een tuthola van het bovenste soort. Ze doet zich voor als zeer rijk en heeft overal last van (is dus een hypochonder). Ze zeurt en klaagt de hele reis, tot grote ergernis van veel passagiers. Haar poes Dorothea zit de hele reis rustig bij haar op schoot of in haar reismandje. Ze duldt niemand dichtbij. Tijdens de reis verdwijnen kostbare juwelen van haar. Wie is de dief? Annechien en Hillechien Veeninga zijn de gelukkige winnaars van een puzzel uit de Linda en hebben deze cruise gewonnen. Ze zijn twee boerentrienen uit Drenthe die nog nooit eerder op zo’n luxe boot geweest zijn. Een tochtje met de boot naar Schiermonnikoog is de enige zeereis die ze ooit gemaakt hebben. Beide vrouwen zijn al op leeftijd en zijn zussen van elkaar. Annechien is blind en loopt met geleidestok met een wel zeer belangrijke inhoud. Hillechien verzorgt haar zuster en wijkt niet van haar zijde. Als laatste is er ook nog een verstekeling aan boord: de zwerver Koos. Hij is een prototype vieze man en een oplichter. Hij glipt stiekem aan boord, maar wordt natuurlijk op een bepaald moment ontdekt. Om toch aan boord te kunnen blijven, bedenkt hij een fictieve besmettelijke ziekte de “Ara Malaria”. Gepaard met veel vlekken in t gezicht (geel en blauw). Hij besmet stiekem ook andere slapende gasten, zodat het om een echte ziekte lijkt te gaan. De boot komt hierdoor in quarantaine: niemand mag meer aan of van boord. Hierdoor kan de verstekeling dus gewoon aan boord blijven. Als tante Wonnie dan bevallen moet en gasten besmet raken met de “Ara Malaria” is het voor de fictieve dokter Simon erg lastig om in zijn rol te blijven. En is de dubbelrol nog wel vol te houden met de 2 veeleisende en verliefde dames om hem heen? Is de Freule wel zo rijk als ze zich voordoet? Wat voeren de gezusters Veeninga in hun schild en is Annechien wel echt blind of doet ze alsof? Wat zit er toch in de geleidestok en wie is de dief aan boord? Is de zwerver een oude bekende van iemand? En zal de papegaai van Sipke eindelijk gaan praten? Allemaal vragen waar in dit blijspel een antwoord op gegeven zal worden.